In dit gebied worden de mogelijkheden onderzocht voor het ontwikkelen van woningen, bedrijvigheid, voorzieningen, openbaar vervoer en groen. 17 mei gingen konden bezoekers in de middag en avond in gesprek in het Stadshuis. Op 19 mei vond het gesprek online plaats.
De bijeenkomsten werden geopend met een inhoudelijke toelichting van Dionne Baaré, strategisch adviseur en programmanager A12 zone. U kunt het plenaire onderdeel van de onlinebijeenkomst op 19 mei hieronder terugkijken (Let op: U moet eerst de cookies accepteren).
Na de toelichting was er ruimte voor vragen en konden deelnemers aansluiten bij dilemma tafels over wonen & groen en mobiliteit.
Dilemmatafel mobiliteit
Bij de tafel ‘mobiliteit’ bespraken deelnemers dilemma’s rondom OV, fiets en auto. Inwoners gaven aan dat de spreiding van het openbaar vervoer in Nieuwegein nog te wensen over laat. “Het OV begint waar ik niet ben en eindigt waar ik niet moet zijn”. Een aantal inwoners van Galecop gaf aan hier minder last van te hebben. “De busverbinding met Utrecht centraal is vanuit Galecop ideaal, maar ik kan mij voorstellen dat dat voor andere delen van Nieuwegein anders is.”
Over de fietspaden werden zorgen geuit over de verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Inwoners gaven aan dat sommige fietspaden te druk zijn geworden. Met name op kruisingen met autowegen vonden volgens inwoners vaak onveilige situaties plaats. Het gebrek aan sociale veiligheid werd vooral ervaren in de fietsroutes van en naar Utrecht. “Er zijn stukken waar het echt niet fijn is om in het donker alleen te fietsen”.
Inwoners benadrukten het belang van de auto. De verbindingen zijn goed in Nieuwegein en het pakken van de auto daarom aantrekkelijk. Er werden zorgen geuit over de insteek om ‘autoluw’ te ontwikkelen in de A12 zone. “Je kan niet voor alle doelgroepen zomaar autoluw bouwen, sommige mensen hebben echt een auto nodig”. “Bepaal eerst je doelgroep en kijk dan naar passende maatregelen m.b.t. auto en openbaar vervoer”. Zodra de schep in de grond gaat moet dit wel eerst zijn voor de infrastructuur. “Als je eerst woningen gaat bouwen en dan pas naar de infrastructuur kijkt dan gaat het mis”.
Dilemmatafel wonen en groen
Aan de tafel ‘wonen en groen’ spraken inwoners over het lastige dilemma van enerzijds een sterke behoefte aan nieuwe woningen, en anderzijds de wens om de woonomgeving zo groen mogelijk te houden. Sommige deelnemers gaven aan dat wat hen betreft groenbehoud voor moet gaan, terwijl anderen pleitten voor het belang van woningzoekenden. Al pratend leken zij elkaar te vinden in het benoemen van de meest waardevolle stukken groen in de A12-zone: de voormalige wielerbaan en het park in de Galecopperzoom. “Zeker als ook Rijnenburg wordt volgebouwd, en er meer woningen komen in Papendorp, is er behoefte aan een groene long in de omgeving.”
Ook het voorstel om ‘groene verbindingen’ te creëren die het mogelijk maken om vanaf de groenstrook langs de A2 via het groen in de Galecopperzoom tot aan het groen in Laagraven-Oost te wandelen zonder veel bebouwing tegen te komen, leek de meeste deelnemers een goed voornemen.
Over de vraag waar in het gebied dan bebouwing mogelijk zou zijn, keken de meeste gespreksdeelnemers in de eerste plaats naar de Utrechtse delen van de A12 zone (Papendorp en Westraven), en vervolgens naar de Nieuwegeinse delen die het dichtst bij de tramverbinding liggen, zoals de tramremise en het oostelijk deel van Galecop. Opvallend was dat een aantal aanwezige ondernemers benoemden dat zij ook kansen zagen voor woningbouw in het westelijk deel van de Liesbosch.
Een terugkerend thema was bereikbaarheid en mobiliteit. Volgens een aantal deelnemers aan de online sessie moet het mobiliteitsprobleem eerst worden opgelost voordat er überhaupt sprake kan zijn van meer woningen in het gebied. “Het begint met de vraag hoe nieuwe bewoners straks van en naar hun huis kunnen komen.”
Verslag
Op dit moment is Tertium, het bureau dat de gesprekken begeleidt, bezig met het analyseren van de opgehaalde wensen, zorgen en ideeën. Samen met de inwonersenquête en de verslagen van eerdere gesprekken met inwoners en ondernemers, maken zij het verslag “Nieuwegeiners aan het woord” met hun bevindingen. Op die manier kan de gemeente Nieuwegein daarmee rekening houden bij het bepalen van de eigen positie in de gesprekken met Utrecht, Houten, de andere regiogemeenten, de provincie en het rijk.